Bellerophon
Ooit was Bellerophon een gewone jonge man. Hij leefde zoals elk normaal mens.
Zijn grootvader, Sisyphus, was de koning van Corinthe, een stad in Griekenland. Hij was één van de zwaarst gestrafden uit de onderwereld. Hij was een beruchtte veedief. Vooral paarden stal hij vaak.
De vader van Bellerophon, Glaucus, was ook een paardengek. Al helemaal het paardenrennen vond hij geweldig. Hij kon er dan ook niet tegen als hij een keer verloor met deze sport.
Maar deze liefde werd juist zijn ondergang. Op een dag, vlak voor een wedstrijd, zorgde hij ervoor dat zijn merries niet gedekt werden, terwijl het daar wel de tijd voor was. Daar werden de merries vurig van, en zouden daardoor sneller lopen.
Zijn grootvader, Sisyphus, was de koning van Corinthe, een stad in Griekenland. Hij was één van de zwaarst gestrafden uit de onderwereld. Hij was een beruchtte veedief. Vooral paarden stal hij vaak.
De vader van Bellerophon, Glaucus, was ook een paardengek. Al helemaal het paardenrennen vond hij geweldig. Hij kon er dan ook niet tegen als hij een keer verloor met deze sport.
Maar deze liefde werd juist zijn ondergang. Op een dag, vlak voor een wedstrijd, zorgde hij ervoor dat zijn merries niet gedekt werden, terwijl het daar wel de tijd voor was. Daar werden de merries vurig van, en zouden daardoor sneller lopen.
Aphrodite, de godin van de liefde, was woedend op hem. Ze vond dat je de merries zoiets niet mocht aandoen.
Om hem te straffen liet Aphrodite de paarden een kruid eten. Dit kruid zou ervoor zorgen dat de paarden razend zouden worden.
En inderdaad. Toen Glaucus de paarden voor de wagen had gespannen, begonnen ze te steigeren en te bokken. Het lukte ze de wagen om te gooien, en de vader van Bellerophon raakte verstrikte in de leidsels. De merries stoven ervandoor en sleurden hem mee. Na een ronde te hebben gerend bleven de paarden staan en trapten de vader van Bellerophon in elkaar, en verslonden hem.
De geest van Glaucus dwaalt nog steeds rond en word weleens de Paardenschrik genoemd, omdat hij de paarden die aan spelen meedoen, aan het schrikken maakte.
Ook Bellerophon had iets met paarden. Hij was nog maar een jongen toen hij weg moest vluchten uit Corinthe, omdat hij een man had vermoord, de tiran Bellerus.
Bellerophon vluchtte en veranderde zijn oorspronkelijke naam Hipponous, in Bellerophon. Hij vluchtte naar Tiryns. Daar woonde koning Proetus. Proetus zuiverde Bellerophon, en Bellerophon mocht als gast bij hem blijven.
Om hem te straffen liet Aphrodite de paarden een kruid eten. Dit kruid zou ervoor zorgen dat de paarden razend zouden worden.
En inderdaad. Toen Glaucus de paarden voor de wagen had gespannen, begonnen ze te steigeren en te bokken. Het lukte ze de wagen om te gooien, en de vader van Bellerophon raakte verstrikte in de leidsels. De merries stoven ervandoor en sleurden hem mee. Na een ronde te hebben gerend bleven de paarden staan en trapten de vader van Bellerophon in elkaar, en verslonden hem.
De geest van Glaucus dwaalt nog steeds rond en word weleens de Paardenschrik genoemd, omdat hij de paarden die aan spelen meedoen, aan het schrikken maakte.
Ook Bellerophon had iets met paarden. Hij was nog maar een jongen toen hij weg moest vluchten uit Corinthe, omdat hij een man had vermoord, de tiran Bellerus.
Bellerophon vluchtte en veranderde zijn oorspronkelijke naam Hipponous, in Bellerophon. Hij vluchtte naar Tiryns. Daar woonde koning Proetus. Proetus zuiverde Bellerophon, en Bellerophon mocht als gast bij hem blijven.
Proetus’ vrouw Stheneboea werd meteen verliefd op Bellerophon, en probeerde hem te verleiden.
Bellerophon was veel te verstandig om hier op in te gaan, en negeerde Stheneboea.
Stheneboea werd kwaad en ging naar haar man toe. Ze vertelde hem dat Bellerophon haar probeerde te verleiden, dat hij verliefd op haar was.
Bellerophon was veel te verstandig om hier op in te gaan, en negeerde Stheneboea.
Stheneboea werd kwaad en ging naar haar man toe. Ze vertelde hem dat Bellerophon haar probeerde te verleiden, dat hij verliefd op haar was.
Koning Proetus geloofde zijn vrouw en werd kwaad. Het liefst wilde hij Bellerophon vermoorden, maar hij was bang voor de wraak van de goden. Proetus stuurde Bellerophon naar zijn schoonvader Iobates die in Lycië woonde. Hij gaf Bellerophon een verzegelde brief mee.
Toen Bellerophon aankwam in Lycië gaf hij de brief meteen aan koning Iobates. Iobates las de brief, waarin Proetus vertelde dat Bellerophon zijn vrouw, Iobates’ dochter, wilde verkrachten. Hij vroeg of Iobates, Bellerophon wilde vermoorden.
Ook Iobates durfde Bellerophon niet te vermoorden. Hij ontving de jonge man als een gast en nam hem mee op jacht. Na negen dagen zo te zijn doorgegaan, vroeg Iobates, Bellerophon om een gunst. Hij vroeg of Bellerophon, Chimaera wilde opzoeken en doden.
Toen Bellerophon aankwam in Lycië gaf hij de brief meteen aan koning Iobates. Iobates las de brief, waarin Proetus vertelde dat Bellerophon zijn vrouw, Iobates’ dochter, wilde verkrachten. Hij vroeg of Iobates, Bellerophon wilde vermoorden.
Ook Iobates durfde Bellerophon niet te vermoorden. Hij ontving de jonge man als een gast en nam hem mee op jacht. Na negen dagen zo te zijn doorgegaan, vroeg Iobates, Bellerophon om een gunst. Hij vroeg of Bellerophon, Chimaera wilde opzoeken en doden.
Bellerophon wilde dat wel, en ging op zoek naar Chimaera.
Chimaera was een groot, gevaarlijk wezen. Het kon vuurspuwen, had de kop en het lijf van een leeuw. Op zijn rug had hij een geitenkop en een slang als staart.
Chimaera maakte Lycië onveilig.
Bellerophon wist dat hij, zonder hulp, dit monster nooit zou kunnen verslaan. Hij ging op zoek naar een ziener en vroeg of hij raad kon geven. Zieners hebben de gave om in de toekomst te kijken. Bij moeilijke beslissingen geven ze raad.
De ziener gaf Bellerophon de raad op zoek te gaan naar Pegasus, het gevleugelde paard.
Chimaera was een groot, gevaarlijk wezen. Het kon vuurspuwen, had de kop en het lijf van een leeuw. Op zijn rug had hij een geitenkop en een slang als staart.
Chimaera maakte Lycië onveilig.
Bellerophon wist dat hij, zonder hulp, dit monster nooit zou kunnen verslaan. Hij ging op zoek naar een ziener en vroeg of hij raad kon geven. Zieners hebben de gave om in de toekomst te kijken. Bij moeilijke beslissingen geven ze raad.
De ziener gaf Bellerophon de raad op zoek te gaan naar Pegasus, het gevleugelde paard.
Bellerophon vond dit een goed idee, en ging op zoek naar de Muzen. De Muzen hielden van Pegasus, zij zouden vast wel weten waar Pegasus was.
Maar ook de Muzen wisten niet waar Pegasus was, ze konden Bellerophon niet verder helpen.
Uiteindelijk kwam Athena hem te hulp. Athena, die wel doorhad dat hij zonder Pegasus verloren zou zijn, bracht Bellerophon naar de Pegasus. Pegasus stond vlak bij de plaats waar Bellerophon geboren was, Corinthe.
Pegasus, sneeuwwit en met zijn vleugels tegen zich aan gedrukt, schraapte waarschuwend met zijn hoef over de grond, toen Bellerophon dichterbij wilde komen.
Er was nog nooit een mens geweest, die het gelukt was Pegasus te temmen. Pegasus was geboren uit het bloed van Medusa, dat uit haar hoofd was gespat, toen de held Perseus haar onthoofde.
Maar ook de Muzen wisten niet waar Pegasus was, ze konden Bellerophon niet verder helpen.
Uiteindelijk kwam Athena hem te hulp. Athena, die wel doorhad dat hij zonder Pegasus verloren zou zijn, bracht Bellerophon naar de Pegasus. Pegasus stond vlak bij de plaats waar Bellerophon geboren was, Corinthe.
Pegasus, sneeuwwit en met zijn vleugels tegen zich aan gedrukt, schraapte waarschuwend met zijn hoef over de grond, toen Bellerophon dichterbij wilde komen.
Er was nog nooit een mens geweest, die het gelukt was Pegasus te temmen. Pegasus was geboren uit het bloed van Medusa, dat uit haar hoofd was gespat, toen de held Perseus haar onthoofde.
Bellerophon slaagde erin het gevleugelde paard te temmen. Samen vlogen ze naar Chimaera.
Het leek onmogelijk om Chimaera de doden. De pijlen die Bellerophon op het beest afschoot, kaatsen weer weg.
Bellerophon kreeg een idee. Hij deed een klomp lood aan zijn speer, en stak die in de bek van Chimaera. Chimaera brulde kwaad. Toen ineens werd ze stil. Het lood was gesmolten en was haar keel ingegleden. Langzaam stikte Chimaera.
Bellerophon, trots op zijn overwinning op Chimaera, ging terug naar de koning van Lycië.
Iobates was niet blij Bellerophon terug te zien. Hij stuurde hem nog eens weg. Deze keer om de legers van vijanden te verslaan.
Bellerophon kreeg een idee. Hij deed een klomp lood aan zijn speer, en stak die in de bek van Chimaera. Chimaera brulde kwaad. Toen ineens werd ze stil. Het lood was gesmolten en was haar keel ingegleden. Langzaam stikte Chimaera.
Bellerophon, trots op zijn overwinning op Chimaera, ging terug naar de koning van Lycië.
Iobates was niet blij Bellerophon terug te zien. Hij stuurde hem nog eens weg. Deze keer om de legers van vijanden te verslaan.
Bellerophon gooide grote keien naar beneden vanaf Pegasus, vanaf zo’n hoogte, dat de legers hem niet konden raken met hun pijlen.
Weer keerde Bellerophon terug naar Iobates. En weer gaf Iobates hem een opdracht.
De ene opdracht kwam na de andere. Bellerophon overwon steeds weer. Zelfs toen Iobates zijn eigen leger op Bellerophon afstuurde wist hij te overleven.
Uiteindelijk gaf Iobates op. Hij vertelde Bellerophon wat er in de brief had gestaan, en luisterde naar het verhaal wat Bellerophon vertelde. Iobates geloofde Bellerophon.
Iobates vroeg Bellerophon of hij hem wilde vergeven. Bellerophon mocht met zijn Iobates’ jongste dochter trouwen, en werd zijn troonopvolger.
De ene opdracht kwam na de andere. Bellerophon overwon steeds weer. Zelfs toen Iobates zijn eigen leger op Bellerophon afstuurde wist hij te overleven.
Uiteindelijk gaf Iobates op. Hij vertelde Bellerophon wat er in de brief had gestaan, en luisterde naar het verhaal wat Bellerophon vertelde. Iobates geloofde Bellerophon.
Iobates vroeg Bellerophon of hij hem wilde vergeven. Bellerophon mocht met zijn Iobates’ jongste dochter trouwen, en werd zijn troonopvolger.
Maar terwijl Bellerophons roem groeide, groeide ook zijn ego. Op een dag bedacht hij dat hij de berg Olympus wel op kon vliegen. Hij steeg op zijn gevleugelde paard en samen vlogen ze richting de top van Olympus.
Olympus was de berg van de Goden.
Zeus, kwaad op Bellerophon omdat hij de berg op wilde vliegen, stuurde een horzel op Bellerophon af. De horzel beet Pegasus. Pegasus, geschrokken, begon te bokken en wierp zijn berijder van zich af.
Bellerophon overleefde de val, maar bleef de rest van zijn leven kreupel. Hij stierf als een eenzame man.
Olympus was de berg van de Goden.
Zeus, kwaad op Bellerophon omdat hij de berg op wilde vliegen, stuurde een horzel op Bellerophon af. De horzel beet Pegasus. Pegasus, geschrokken, begon te bokken en wierp zijn berijder van zich af.
Bellerophon overleefde de val, maar bleef de rest van zijn leven kreupel. Hij stierf als een eenzame man.