Xanthus en Balius
Xanthus en Balius waren de onsterfelijke, sprekende paarden van Achilles.
Deze paarden waren de zoons van Zephyrus, de god van de westenwind of de westenwind zelf, en de harpij Podarge, die eens in paardachtige gedaante stond te grazen aan de oevers van een oceaan.
Hera schonk de beide paarden het vermogen te kunnen praten. Xanthus en Balius werden door de goden als huwelijkscadeau aan Achilles’ vader Peleus gegeven.
Achilles’ boezemvriend Patroclus mocht Achilles’ wapenuitrusting, strijdwagen en paarden lenen toen hij voor de laatste maal het strijdveld opging.
Nadat Patroclus door de Trojaanse held Hector was vermoord, barstten Xanthus en Balius in huilen uit. Ze reageerde niet meer op de aansporingen van Achilles’ wagenmenner Automedon, en waren niet meer in staat terug te gaan naar het Griekse kamp.
Zeus, de oppergod, kreeg medelijden met de paarden, en nam het zichzelf kwalijk dat hij en de andere goden de twee paarden onstervelijk hadden gemaakt en hen aan Peleus hadden gegeven.
Hij zorgde ervoor dat de paarden en hun bijrijders veilig terugkeerden in het Griekse kamp.
Achilles was kwaad op de paarden, dat ze zijn vriend niet levend uit de strijd had gebracht.
Xanthus antwoorde daarop dat hij Achilles wel veilig terug zou brengen, maar dat hij korte tijd later buiten hun schuld zou sterven.
Het waren de laatste woorden die hij sprak, want daarna kon hij niet meer praten.