De Harpijen
De Harpijen waren monsterlijke, vliegende wezens. Ze waren half vogel, half vrouw. Ze hadden meisjeshoofden en gezichten.
Ze waren dochters van Thaumas en de zeenimf Electra. Ze hadden nog een zus, namelijk Iris, de boodschapsters van de goden.
Er waren vier harpijen: Aello, Okypete, Celaeno en Podarge.
Podarge baarde de buitengewone paarden van de held Achilles. De vader van die paarden was Zephyrus, de god van de westenwind.
De harpijen roofden met hun klauwen alles wat ze maar te pakken konden krijgen. Hun bekendste slachtoffer was de blinde Thracische koning Phineus, die voortdurend honger leed, omdat de harpijen zijn eten van zijn tafel roofden en de tafel met hun mest bevuilden.
De harpijen werden weggejaagd en vestigden zich daarna in een grot op de berg Dicte, die op Kreta ligt.